Stichting De houten karbonade

home

De stichting | Doel | Beheer | Links | Contact
Doelstellingen en criteria

Hoofddoelstelling:
Het inrichten en beheren van het studiegebied op zodanige wijze dat er optimaal duurzaam geproduceerd kan worden in combinatie met behoud van natuur.

  1. Het realiseren van bloemige hooilanden in het studiegebied.
  2. Het heidegebied laten begrazen door vee dat zowel een recreatiefunctie alswel een vleesproductiefunctie vervult.
  3. Houtproductie op een verantwoorde, gecertificeerde wijze realiseren.
  4. Het bosgebied optimaal voor duurzame productie gebruiken. Voor zowel hout als niet-houtige bosproducten. 
  5. Het stimuleren van biologisch agrarisch landgebruik in het studiegebied, door middel van o.a. voorlichting.

studiegebied.jpg

Grotere versie van het Plangebied

Onze doelstellingen met het gebied:

Hoofddoelstelling:

Het inrichten en beheren van het studiegebied op zodanige wijze dat er optimaal duurzaam geproduceerd kan worden in combinatie met behoud van natuur.

  1. Het realiseren van bloemige hooilanden in het studiegebied.
  2. Het heidegebied laten begrazen door vee dat zowel een recreatiefunctie alswel een vleesproductiefunctie vervult.
  3. Houtproductie op een verantwoorde, gecertificeerde wijze realiseren.
  4. Het bosgebied optimaal voor duurzame productie gebruiken. Voor zowel hout als niet-houtige bosproducten.
  5. Het stimuleren van biologisch agrarisch landgebruik in het studiegebied, door middel van o.a. voorlichting.

Criteria

De volgende functies zijn door ons onderscheidden: productie, natuur en recreatie, deze functies zijn in volgorde van belangrijkheid.

Bosgebied

Criteria van productie

  • Huidige productiviteit van bomen bekijken, en tevens de toekomstige productiviteit bekijken;
    • Dit bepalen aan de hand van datum van aanplant en huidige toestand;
  • Houtkwaliteit, bestaande uit:
    • Recht
    • Schadevrij
    • Takvrij;
  • Duurzaamheid bomen en NTFP, hierbij regels van stichting Keurhout volgend;
    • Genoeg verjonging: er moet een minimaal aandeel verjonging zijn in verhouding met aandeel oogst;
    • Bijgroei in verhouding met aandeel oogst;
  • Productiviteit van NTFP;
  • Genoeg inheemse soorten voor subsidies

Criteria voor natuur

  • Diversiteit met mate;
    • Productieve exoten wel, vooral inheemse soorten. Maximaal % exoten;
  • Natuurlijkheid;
    • Genoeg natuurlijke verjonging om het bos in stand te houden en dood hout, dit in verband met nutriëntenbehoud;
    • Natuurlijke dynamiek in bos toelaten;
  • Gelaagdheid;
    • Onderbegroeiing;
    • Verschillende leeftijden hoofdboomsoort;
  • Openheid met mate;
    • Genoeg open plekken (% van het totale oppervlakte) voor groot wild;

Criteria voor recreatie

  • Bepaalde lengte km of oppervlakte paden;
  • . Informatie borden;
  • Genoeg openheid . Km2;
  • Variatie in het landschap;
  • Natuurlijkheid;
    • Genoeg natuurlijke verjonging om het bos in stand te houden en dood hout, dit in verband met nutriëntenbehoud;
    • Natuurlijke dynamiek in bos toelaten;

Agrarisch gebied

Hoofddoelstelling: Voedselproductie op een duurzame en milieu- en diervriendelijke manier. Dit door omschakeling van de huidige geïntegreerde landbouw naar biologische landbouw.

Deeldoelstellingen:

Productie / financieel:

  • Duurzaam produceren;
  • Het in harmonie met natuur en milieu telen van cultuurgewassen;
  • Het zoveel mogelijk ontzien van het milieu;
  • Optimaal gebruik maken van bestaande natuurlijke evenwichten en deze bevorderen;
  • Producten zo gezond (en smakelijk) mogelijk telen;

Natuur:

  • Soortenrijke stroken rondom de akkers;
  • Slotenbeheer;
  • Weidevogelbehoud;

Recreatie:

  • Fiets- en wandelpaden;
  • Kampeerboerderij;
  • Aantrekkelijk voor recreanten door afwisseling;

De volgende criteria zijn normen voor een biologische landbouw en zijn opgedeeld op twee niveaus, namelijk productie en natuurwaarde.

Criteria voor productie

  • Geen chemische bestrijdingsmiddelen;
    • Groen stroken en bomen rondom de akkers, dit in verband met het dan voorkomen van insecten (natuurlijke bestrijders) en preventie van plagen;
    • Paddenpoel aanleggen, door de paddenpoel zijn er padden die slakken kunnen bestrijden;
    • Branden, mechanisch wieden en onkruiddrukkende folie;
  • Geen kunstmest;
    • Dierlijke en plantaardige mest gebruiken (minimaal 20 % biologische mest);
    • Groenbemesting: klaver tussen gras zaaien;
  • Hergebruik en gebruik van hernieuwbare hulpbronnen;
  • Oog voor dierlijk welzijn;

Voor varkens

    • Minimale stalruimte: 1,3 m2 per volwassen vleesvarken; 7,5 m2 voor een zeug met biggetjes;
    • Minimale buitenruimte: 1 m2 buitenruimte per volwassen vleesvarken; 2,5 m2 voor een moedervarken met biggetjes;
    • In de stallen moet ruimschoots daglicht en frisse lucht zijn en voor elk varken een droge en schone plek met stro om behaaglijk in te rusten;
    • De varkens moeten het hele jaar door - weer of geen weer - zelf kunnen bepalen of ze binnen of buiten willen lopen;
    • Eisen aan het voer: 80% moet biologisch zijn; alles moet gentechvrij zijn. Er mogen geen hormonen, medicijnen en diermeel aan toegevoegd zijn;
    • Het afknippen van tanden, staarten en oren is verboden;
    • Bij het transport mogen de varkens niet met elektronische dwangmiddelen de veewagen ingedreven worden;
      Voor koeien
    • Maximaal 1 koe per halve hectare land (ongeveer zo groot als een voetbalveld);
    • Minimaal 6 m2 stalruimte per koe;
    • In de stal moet daglicht en frisse lucht zijn, en voor elke koe een droge en schone plek met stro of zaagsel waarop zij zacht kan liggen;
    • Minimaal 90% van het voer moet biologisch geteeld zijn; vanaf 2005 moet 100% van het voer biologisch geteeld zijn;
    • Minimaal 60% van het voer (gewicht droge stof) moet ruwvoer zijn; dat is voer dat de koe kan herkauwen zoals gras en hooi. Al het ruwvoer moet biologisch geteeld zijn;
    • Al het voer moet gentechvrij zijn;
    • Een koe moet minstens 120 dagen per jaar in de wei staan;
    • Een biologisch-dynamische koe mag niet onthoornd worden; een biologische koe mag wel onthoornd worden;
    • Preventief gebruik van geneesmiddelen, antibiotica en hormonen is verboden;
    • Ziekte kan voorkomen worden met goede verzorging en voeding. Als de koe toch ziek wordt, moet de dierenarts komen. Bij de behandeling van ziekten hebben natuurlijke en homeopatische medicijnen de voorkeur;
  • Geen genetische manipulatie;
  • Goede (dus ruime) vruchtwisseling, oftewel gewaswisseling: niet twee achtereenvolgende jaren hetzelfde gewas, streven naar een 6-jarig vruchtwisselingsschema;
  • Goede timing van zaden en oogsten;

Criteria natuur:

  • Later in het seizoen maaien;
  • Nesten van weidevogels markeren;
  • Alleen sloten maaien indien ze dichtgroeien;
  • Minimale breedte van de bosrand moet 8 m.;
  • Natuurlijke netwerken in stand houden;
  • 2 m. afstand tussen de akkers en de sloten en beken;

Criteria recreatie:

  • Kampeerboerderij moet aanwezig zijn;
  • 25 m wandel- en fietspaden per hectare;
  • Prullenbakken, bankjes en borden aanwezig;

Heidegebied

Doelstellingen en criteria heide-bosgebied, oosten van het plangebied.

Hoofddoelstelling: Het realiseren van een vrijgrazende, oogstbare kudde, op een duurzame, recreantvriendelijke en ecologische verantwoorde wijze.

Deeldoelstellingen:

Productie/financieël:

  • Het gebied wordt begraasd door een kudde, waarvan we kunnen oogsten.
  • De kudde moet een zodanige grootte hebben dat het gebied niet overbegraasd of onderbegraasd wordt.
  • De kudde moet zichzelf in stand kunnen houden, eventueel met bijvoeren.
  • De kudde moet winterhard zijn.

Natuur:

  • De oppervlakte heide mag niet afnemen.
  • De kudde moet een zodanige grootte hebben dat het gebied niet overbegraasd of onderbegraasd wordt.
  • De biodiversiteit in het gebied mag niet ernstig dalen.
  • De natuurlijke dynamiek moet door de kudde gestimuleerd worden.

Recreatie:

  • De recreatie in het gebied mag niet te lijden hebben onder de gevolgen van de beheersmaatregelen.
  • Het gebied moet aantrekkelijk zijn voor recreanten.
  • De kudde mag geen ontoelaatbaar gevaar vormen voor de recreanten.

Omliggend gebied:

  • De kudde mag geen overlast veroorzaken voor de omliggende gebied.

Criteria voor productie/financieël:

  • De kudde moet een hogere aanwas dan sterfte hebben.
  • Er mogen maximaal 1 GVE per 5 hectare aanwezig zijn, en minimaal 1GVE per 7 hectare.
  • De kudde moet winterhard zijn.


Criteria voor natuur:

  • De oppervlakte heide mag niet afnemen.
  • Er mogen maximaal 1 GVE per 5 hectare aanwezig zijn, en minimaal 1GVE per 7 hectare.
  • De soortenrijkdom mag niet dalen.
  • De kudde moet vrij van heide naar bosgebied kunnen trekken.


Criteria voor recreatie:

  • Recreanten moeten door middel van borden bij elke parkeerplaats en verharde weg gewezen worden op de risicos van de kudde.
  • De risicos van schade door de kudde moet geminimaliseerd worden, bijvoorbeeld door keuze van dier en eventueel weren van bepaalde type recreanten.
  • Er moet minimaal 50 m wandelpad en 10 m fietspad per hectare zijn.
  • Er moeten minimaal twee parkeermogelijkheden zijn nabij het gebied.
  • Bij de parkeergelegenheid moeten informatieborden geplaatst worden.

Omliggende gebied:

  • De kudde moet binnen het gebied gehouden worden.

Beekdal

Hoofddoelstelling:

Het realiseren van bloemige hooilanden in het studiegebied.

Deeldoelstellingen:

Productie:

  • Oogsten van hooi (met bloemen!) op een dusdanige wijze dat het geschikt is als diervoeder in de winter.

Natuur:

  • Beek behouden.
  • Waar nodig herstellen.
  • Schoonmaken.
  • Soortenrijk hooiland.
  • Beschermen van vogels en andere fauna
  • Verzuring tegen gaan.

Recreatie:

  • Huidige wegen en paden behouden.
  • Hooguit uitzichtpunten aanleggen.
  • Informatieborden plaatsen bij uitzichtpunten.

Criteria productie:

  • Het hooiland moet minimaal 1 maal en maximaal 2 maal per jaar worden gemaaid.
  • Het maaisel moet worden afgevoerd, als veevoer (eventueel voor de eigen koeien).
  • Oogsten van hooi (met bloemen!) op een dusdanige wijze dat het geschikt is als diervoeder in de winter.

Criteria natuur:

  • De beek moet worden hersteld als deze droog staat.
  • Grondwaterstanden moeten worden hersteld zodat een te lage grondwaterstand niet de oorzaak is van het droogstaan van de beek.
  • Als de beek dichtgroeit moet deze worden uitgebaggerd, op de momenten dat dit nodig is. De termijnen dienen proefondervindelijk te worden bepaald.
  • Er mag niet worden gemaaid in het broedseizoen.
  • Er moet, indien er een diepere grondwaterlaag wordt aangeboord, worden gekeken naar de kwaliteit. Dit om te bekijken of er voldoende kalk in het water zit om de verzuring tegen te gaan.

Criteria recreatie:

  • 1 of 2 uitzichtpunten om het gehele gebied te overzien.
  • 1 informatiebord bij elk uitzichtpunt waarop staat beschreven wat er in het gebied wordt uitgevoerd.
  • Huidige wegen behouden en eventueel verbeteren, maar geen nieuwe aanleggen.